Jongeren en lager opgeleiden verliezers van economische crisis

Uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van TNO en CBS blijkt dat jongeren en lager opgeleiden tot de ‘verliezers’ van de economische crisis behoren. TNO onderzocht de effecten van de crisisperiode 2007-2016 op arbeidsvoorwaarden, -verhoudingen en -omstandigheden. De conclusie is dat er op het gebied van arbeidscontracten en arbeidstijden, maar ook ten aanzien van de psychosociale arbeidsbelasting veel veranderde. Effecten waren het grootste bij jongeren, lager opgeleiden en beroepsgroepen in de verkoop, de horeca en de schoonmaaksector.

Tijdens de periode 2007-2016, de periode waarin de crisis ontstond en weer op zijn eind liep, verslechterde de kwaliteit van de arbeid in Nederland. De baanonzekerheid nam toe en het percentage vaste contracten nam af, terwijl ook de gemiddelde arbeidsduur minder werd. Ook werden de uitdagingen en autonomie in het werk minder. Daarentegen namen de werkdruk, burn-outklachten en baanonzekerheid toe. Deze ontwikkelingen bevestigen dat de economische toestand inderdaad gevolgen heeft gehad voor de kwaliteit van de arbeid. Zo staat te lezen in het dit weekend verschenen artikel in themanummer over ongelijkheid in arbeid van het Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken (TVA).

TNO-onderzoeker Seth van den Bossche: “Gedurende de crisisjaren 2007-2016 zijn er weinig groepen werknemers beter op geworden. Er zijn dus geen ‘winnaars’ van de crisis aan te wijzen. De situatie van jongeren en lager opgeleiden is het meest verslechterd. Zij kwamen het vaakst te werken in flexibele, kleine baantjes met weinig autonomie en weinig interessant werk.” Uit de NEA blijkt bovendien dat in de crisisperiode de taakeisen (werkdruk), burn-outklachten en baanonzekerheid bij jongeren en lager opgeleiden sterker toenamen dan bij andere groepen. Deze ontwikkelingen zijn ook op beroepsniveau terug te zien. “De kwaliteit van de arbeid van werknemers in de  lager geschoolde beroepen zoals in de verkoop, horeca en de schoonmaak ontwikkelde zich ongunstiger dan de kwaliteit van de arbeid van beroepen in de dienstensector, het onderwijs en de zorg maar ook van zware beroepen in de industrie, bouw of landbouw.”

Het hele artikel is te lezen via https://www.tijdschriftvoorarbeidsvraagstukken.nl/